Nieuwigheden in zorg en welzijn zijn mooi, maar het is vaak ‘een hele toer’ om ze in de praktijk te brengen. In gesprek met UT-hoogleraar Albert van den Berg en Carintreggeland-strateeg en innovator Henk Snijders over lab-on-a-chip, nanopillen en medicijnboxen.

Hoogleraar Albert van den Berg laat een plat doosje van vier bij vier centimeter door zijn handen gaan: een lab-on-a-chip. Behendig maakt hij het open. Daar, in het opengeklapte doosje, moet de gebruiker een druppeltje bloed laten vallen, en hier - hij keert het mini-laboratorium om - zit de chip. Het doosje past in een houdertje dat vervolgens de gemeten waardes aangeeft. De hoeveelheid lithium in het bloed, om precies te zijn. Dat is een belangrijk gegeven voor manisch depressieve mensen die medicijnen slikken. Want een te hoog lithiumgehalte kan leiden tot vergiftiging. "Kijk maar naar wat de schrijver Maarten Biesheuvel is overkomen. Hij heeft er grote problemen door ondervonden", zegt hoogleraar nanotechnologie en lab-on-a-chip Van den Berg, verbonden aan de Universiteit Twente.

Een plek in ons zorgsysteem 

Lab-on-a-chip maakt het mogelijk om de lithiummeting overal en altijd te doen: thuis, op het werk of op vakantie. Daar is dan geen dokter, assistente of ziekenhuis meer voor nodig. Van den Berg: "Voor lab-on-a-chip zal zeker een plek zijn in ons zorgsysteem. Als je de meting zelf kunt verrichten, heeft dat veel voordelen. Je bent er minder tijd mee kwijt. Bovendien kun je de test vaker doen, waardoor je het lithiumgehalte beter in de gaten kunt houden."

"Nieuwigheden in zorg en welzijn zijn mooi."

Aan dit mini-laboratorium is bijna tien jaar gewerkt. Op dit moment wordt het product getest. Van den Berg: "De vraag is nu, hoe praktisch is het? Hoe gaan de gebruikers er mee om?” >