Zorginstellingen proberen ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ op weg te helpen. Hoe doen ze dat?

Het is ook, of misschien zelfs juist, een taak van een zorginstelling om mensen met een zogeheten afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven. Dat vinden René Wiltink en Heinz Reinink, beiden verantwoordelijk voor personeel en organisatie bij respectievelijk Carinova (Deventer) en Livio (Enschede).

Arbeidsparticipatie

Beide zorgorganisaties dragen een steentje bij aan de arbeidsparticipatie van mensen die aan de kant staan of stonden. Carinova doet dat door ongeveer tien mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking werk te bieden bij de ondersteunende diensten, zoals de keuken. Zij zijn in vaste dienst, hebben een gesubsidieerde baan of zijn gedetacheerd vanuit de sociale werkvoorziening.

Daarnaast besteedt Carinova bepaalde werkzaamheden uit aan de sociale werkvoorziening, zoals het onderhoud van de tuinen, het drukwerk en de post. Wiltink: "Als wij werk uitbesteden, dan kijken wij eerst of we daar

maatschappelijke organisaties voor kunnen inschakelen."

"Het gevoel dat je nodig bent, is voor iedereen belangrijk" 

Carinova heeft in Deventer tien mensen met een Turkse achtergrond en een afstand tot de arbeidsmarkt ingeschakeld voor de verzorging van ouderen van Turkse afkomst. Wiltink: "Wij hebben in Deventer veel Turkse cliënten. Onder hen ook mensen die dementeren en met hun taal terugvallen op het Turks, met alle problemen die daarbij horen. Daarom is het fijn als ze geholpen kunnen worden door iemand die de eigen taal spreekt. De tien mensen om wie het gaat, krijgen een opleiding en komen bij ons in dienst. Ze zijn sinds november onder begeleiding aan het werk. Het gaat boven verwachting. De mensen zijn enthousiast en gemotiveerd. Voor onze medewerkers heeft het een grote meerwaarde te werken met collega’s met een andere culturele achtergrond." >