Samenwerking; dat is volgens Albert Cornelissen, voorzitter van de raad van bestuur van de hogeschool Windesheim in Zwolle, een belangrijk element in het garanderen van voldoende, kwalitatief goede, stageplaatsen. "Tijdens een overleg met vertegenwoordigers van het werkveld bleken die zich onvoldoende te realiseren dat het aantal stageplaatsen soms tekort schiet. Het is in hun belang dat studenten een adequate opleiding krijgen. Ze bleken daarom graag samen met ons oplossingen te willen zoeken."

Voor Windesheim speelt karigheid van stageplaatsen nog niet sterk. Voor de opleiding verpleegkunde liggen er wat frictieproblemen in het verschiet. "De toestroom neemt voor die studie toe. Het is moeilijk om dan voldoende goede stages en gekwalificeerde docenten te garanderen. Vandaar dat we daarvoor een fixus hebben afgesproken."

Bij het mbo is wel degelijk sprake van stageproblematiek. Marc Otto, lid van de raad van bestuur van het Deltion College in Zwolle, meldt dat het geregeld leuren is geblazen. "Veel praten met veel zorgorganisaties en dan hopen dat het weer lukt." Meestal gaat dat nog net. Maar vooral voor de twee laagste niveaus blijkt het vrijwel onmogelijk om stageplaatsen te vinden. "Als zorgorganisaties kunnen kiezen hebben de hbo’ers en de hogere mbo-niveaus de voorkeur."

Efficiënter omgaan met de beschikbare stageplaatsen is, zo denkt Cornelissen, een belangrijke oplossing bij mogelijke tekorten. "Met virtuele middelen kun je alternatieven ontwikkelen waarmee prima bepaalde vaardigheden zijn te leren. Daardoor houd je op werkplekken de ruimte om vaardigheden aan te leren die niet op een andere manier bijgebracht kunnen worden. Dat kan de druk op de stageplekken verlichten. >
 
Fotografie: Charles Keijser