Nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn en de colleges gevormd, dringt zich de vraag op hoe het ervoor staat met de zorg in gemeenten. WGV Zorg en Welzijn vroeg het twee wethouders.

Wat is in hun werk de komende jaren de grootste uitdaging? Zonder lang nadenken volgt het antwoord. De vergrijzing, zeggen de wethouders Ilse Saris (Winterswijk, 29.000 inwoners) en Mathijs ten Broeke (Zutphen, 47.522 inwoners). Die zal gevolgen hebben voor de vraag naar zorg - die stijgt - en het aanbod van zorgpersoneel op de arbeidsmarkt - dat is onvoldoende. Er zal een steeds grotere mismatch ontstaan, voorzien beiden.

Op uitnodiging van WGV Zorg en Welzijn treffen de twee elkaar in het gemeentehuis van Winterswijk. Ten Broeke (28 jaar) is net aangetreden als wethouder Wmo voor de SP, Saris (43 jaar) is acht jaar wethouder voor het CDA, met in portefeuille maatschappe-
lijke participatie, zorg en jeugd.

Ten Broeke: “Onlangs nog heeft een bestuurder van een grote zorg-organisatie in onze gemeente alarm

geslagen over de vergrijzing en het daarmee samenhangende personeelstekort; dat is hét grote probleem. Met deze werkgever en een aantal andere organisaties proberen we nu gezamenlijk een plan te maken voor de langere termijn, maar onze macht om bij te sturen is beperkt”, beseft de wethouder.

Nooit alleen

“Je kunt het als gemeente nooit alleen", stelt Saris. "Op initiatief van WGV Zorg en Welzijn en zorgaanbieders hebben wij hier samen met het Graafschap College (ROC) en andere gemeenten de handen ineengeslagen.”

Partijen hebben afgesproken dat organisaties personeel niet bij elkaar ‘wegkapen’. Ze proberen zo veel mogelijk mensen te interesseren voor een beroep in de zorg, vooral degenen die ‘aan de kant van de arbeidsmarkt’ staan. "Om mensen aan te trekken en te houden, is een gemeente nodig die aantrekkelijk is om in te wonen. Dat betekent investeren in onder meer bereikbaarheid en cultuur," vertelt Saris.