Vóór de zomer sloot de inschrijving voor het tweede tijdvak van het SectorplanPlus. Net als vorig jaar, bij het eerste tijdvak, was sprake van grote belangstelling.

Alle organisaties die voor het eerste tijdvak subsidie hebben aangevraagd, zijn inmiddels geïnformeerd over het voor hen gereserveerde subsidiebedrag. Na ondertekening van de projectovereen-
komst, waarin rechten en plichten zijn vastgelegd, heeft men toegang tot het ‘portal’ en kunnen de documenten die noodzakelijk zijn voor de verantwoording worden ingevoerd. De overeenkomsten voor de projecten in het tweede tijdvak gaan binnenkort de deur uit.

Koppeling RAAT 

“Er is een belangrijk verschil tussen het eerste en tweede tijdvak”, vertelt Gerard Nederpelt, directeur WGV Zorg en Welzijn. “Voor het tweede tijdvak moesten werkgevers namelijk per arbeidsmarktregio aanvragen. Daarmee wordt de koppeling aan de voortgang van het betreffende Regionale Actieplan Aanpak Tekorten (RAAT) nadrukkelijk gelegd. In het eerste tijdvak werd van organisaties gevraagd de doelstellingen van RAAT te onderschrijven.

In het tweede tijdvak zijn zij ook aanspreekbaar op hun bijdrage aan de realisering van de doelstellingen van RAAT.” Een logische stap volgens Nederpelt. “Als in een regio wordt geconstateerd dat er iets moet gebeuren om ook in de toekomst kwaliteit te kunnen bieden, mag ook verwacht worden dat men - naar vermogen - bijdraagt aan de acties die nodig zijn.” De minister van VWS is van plan de voortgang van de uitvoering van de regionale actieplannen te betrekken bij de besluitvorming over de vaststelling van de hoogte van de subsidie aan werkgevers voor scholingstrajecten in het kader van het tweede en volgende tijdvakken van het SectorplanPlus.  

Investeren in opleiding 

Het SectorplanPlus biedt werkgevers de mogelijkheid om extra te investeren in de opleiding van nieuwe beroepskrachten. Daarnaast is ruimte gecreëerd om boventallige medewerkers om te scholen voor functies in de primaire zorg. Ook trainingen en opleidingen die bijdragen aan een oplossing van het tekort aan gekwalificeerde werk- en stagebegeleiders zijn subsidiabel.