Nederpelt: “Voor Oost-Nederland geldt dat werkgevers afgelopen jaren behoorlijk zijn blijven investeren in de opleiding van nieuwe vakkrachten. De tekorten zijn daardoor minder dramatisch dan in andere delen van het land, terwijl behoorlijk is ingetekend op het SectorplanPlus. Dat betekent dat het mogelijk moet zijn om de tekorten in de regio in een snel tempo in te lopen.” 

“RAAT is niet alleen gericht op ‘meer’, maar ook op ‘anders’. Juist op dat vlak wordt hard gewerkt. Of het nu gaat om verbrede leerpaden, wijkleercentra, deeltijdvarianten, het hybride leren of nieuwe praktijkroutes; op alle vlakken is er beweging. Lijnen worden korter, onderling begrip neemt toe en men spreekt en begrijpt elkaars taal. Sterker nog: men spreekt dezelfde taal.” 

Ook qua opleidingsrendement scoort de regio niet slecht. Dat betekent niet dat het niet beter kan. Daarin is maatwerk noodzakelijk. Kansen zien en benutten, daar gaat het om.  

"Lijnen worden korter, onderling begrip neemt toe en men spreekt en begrijpt elkaars taal"

Beeldvorming & imago 

Hoewel de belangstelling voor zorg- en welzijnsopleidingen nog behoorlijk is, is het noodzakelijk – zeker in gebieden waar sprake is van een sterke ontgroening – om aandacht te schenken aan beroepsbeeldvorming. Het lespakket ‘Aan JOU hebben we wat’, dat beschikbaar is gesteld aan de scholen in het voortgezet onderwijs, levert daaraan een bijdrage. Dit lespakket wordt binnenkort uitgebreid met een module gericht op het thema ‘zorg en techniek’. De landelijk te starten beeldvormingscampagne ‘IK ZORG.’ zal via nog in te richten regionale contactpunten belangstellenden verder moeten helpen. Ook hier wordt gestreefd naar een sluitende aanpak, al moge duidelijk zijn dat zoiets niet vanaf vandaag op morgen geregeld is. 

Een deel van de oplossing van de dreigende personeelstekorten zal gevonden moeten worden in de inzet van techniek. Inzet van technologie leidt veelal tot meer zelfstandigheid en eigen regie van patiënten/cliënten, kan het werk lichter maken en kan voorkomen dat een beroep op beroepskrachten gedaan moet worden. Hierdoor kan de groeiende behoefte aan medewerkers worden afgeremd. Ook op dit vlak zijn in de verschillende regio’s initiatieven genomen. 

Commissie ‘Werken in de Zorg’ 

De minister van VWS heeft onlangs de commissie ‘Werken in de Zorg’ ingesteld. Deze commissie bestaat uit vijf leden: Doekle Terpstra (voorzitter), Anja Schouten, Paul Rullmann, Peter van Driel en Marjolein ten Hoonte. De opdracht van de commissie luidt: ‘Monitor en stimuleer de kwaliteit en voortgang van de Regionale Actieplannen Aanpak Tekorten’ (en andere initiatieven gericht op ‘meer, beter, anders’). Deze commissie zal ook de regionale actieplannen in het werkgebied van WGV Zorg en Welzijn beoordelen en partijen in de regio adviseren.  

De minister gebruikt deze adviezen om te beoordelen of het noodzakelijk is partijen in een regio aan te zetten tot meer actie. De commissie is voornemens de eerste gespreksronde – gepland in de maand november – te gebruiken om zich een beeld te vormen van de uitgangssituatie in de verschillende regio’s.