Vanuit IZA en TAZ naar regionale kracht

Het kabinet presenteerde afgelopen najaar het Integraal Zorgakkoord (IZA) en daarmee samenhangend de programma’s Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn (TAZ) en Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). De stip op de horizon van de TAZ is een toekomstbestendige arbeidsmarkt van Zorg en Welzijn. Hier zal met gedeelde verantwoordelijkheid door werkgevers, zorginkopers, onderwijs, beroeps- en brancheorganisaties, andere stakeholders en de overheid de komende jaren aan gewerkt worden. Wat zijn de aanknopingspunten voor de regio als het gaat om het aangaan van en invulling geven aan regionaal werkgeverschap? Waar liggen de kansen en wat zijn de belemmeringen?

Aanknopingspunten

1) De medewerker staat centraal
De professional moet weer eigen regie voelen en het vertrouwen genieten om zijn vak invulling te geven. Zinnige zorg stond de afgelopen jaren al centraal, daar is nu passende en arbeidsbesparende zorg bij gekomen. Wie kan daar nu beter relevante input op geven dan de professional zelf? Het draait om zijn of haar perspectief. Dat draagt niet alleen bij aan de kwaliteit van zorg, maar ook aan het werkplezier en behoud van professionals voor de sector.

2) Focus op drie thema’s
De TAZ focust zich op drie thema’s: innovatieve werkvormen, behoud van medewerkers en leren en ontwikkelen. In de werkagenda’s met acties per programmalijn (gekoppeld aan de drie thema’s) wordt regionaal werkgeverschap genoemd, bijvoorbeeld bij acties ten einde oneigenlijk zzp-schap te voorkomen, om op te leiden voor tekortsectoren en als het gaat om het investeren en opschalen van sociale en technologische arbeidsbesparende innovaties. De thema’s zijn in onze regio niet nieuw. Daar is de afgelopen jaren al veel op gebeurd. In het artikel 'Regio's geven eigen invulling aan TAZ' zoomen we in op de ontwikkelingen in de regio's Stedenvierkant en Twente. Een initiatief als de Werkgeverij (waarover u verderop in dit magazine leest) is een nieuwe werkvorm die het behoud en de talentontwikkeling van de medewerker centraal stelt.  

3) Brancheoverstijgende samenwerking in de regio is nodig 
Op landelijk niveau lobbyt iedere stakeholdergroep nu vooral nog voor het belang van zijn eigen achterban. Dat is niet effectief als een transformatie van de sector als geheel nodig is. Echter, een opening voor de toekomst is er wel volgens Jelle Boonstra, directeur-bestuurder RegioPlus.