‘Duurzame inzetbaarheid’: voor veel organisaties is het lastig om er handen en voeten aan te geven. Iedereen weet dat het nodig is, maar hoe pak je het aan? Waar begin je? Ook bij de Baalderborg Groep in Ommen wist P&O adviseur Petra Soenveld dat ze aan de slag moest om mensen langer, beter en flexibeler inzetbaar te houden. “Het is een groot onderwerp en je bent voor de lange termijn bezig. Daardoor is het moeilijk om het behapbaar te maken, om het concreet te maken, om er enthousiasme voor te kweken.”

Het volgen van zes bijeenkomsten in het kader van het Lerend Netwerk Duurzame Inzetbaarheid hielp haar het afgelopen half jaar. Ze maakte kennis met de zeven stappen die ervoor zorgen dat ze duurzame inzetbaarheid binnen haar organisatie, waar ongeveer vijftienhonderd mensen werken, kan vertalen naar de praktijk.

Kees der Weduwe van Bewegen Werkt ontwikkelde de leergang. “Uit onderzoek blijkt dat drie tot vijf procent van het personeel binnen zorg en welzijn hoog risico heeft op uitval. Zo’n vijftien procent heeft een verminderd werkvermogen.

De gemiddelde leeftijd van werknemers stijgt en ze moeten langer doorwerken. Bovendien is er vaak sprake van belastend werk. Al die risico’s moet je, als organisatie, in de ogen kijken en je móét er mee aan de slag.”

Preventie

Bij toenemend verzuim is de organisatie te laat, vindt hij. “Werken aan de voorkant, aan preventie, dat is belangrijk. Hoe versterk je de medewerker? Hoe houd je zestigplussers aan het werk? Hoe zorg je ervoor dat bestuurders, teamleiders en medewerkers het samen mogelijk maken dat mensen langer en met plezier doorwerken? Je merkt dat organisaties het moeilijk vinden om dat vast te pakken. Daar helpt deze leergang bij.” De zeven stappen bieden duidelijkheid en leiden tot een plan van aanpak. Die stappen zijn: voorbereiden, structureren, analyseren, ontwikkelen, implementeren, evalueren en borgen.

Iedereen in het proces heeft een verantwoordelijkheid, benadrukt hij. “In iedere organisatie is de uitwerking anders. Dat heeft te maken met de mensen, met de cultuur en bijvoorbeeld ook de CAO’s.” >