Meer ambulante hulp, minder bedden

Meer ambulante hulp en minder bedden zal pas op termijn efficiënter, goedkoper en beter zijn, verwachten De Roos en Jongejan. De Roos: "Het kost nog wel een paar jaar voordat we de bakens helemaal hebben verzet.” Jongejan: "Bedden zijn niet zomaar leeg - de hele keten zal moeten meebewegen." De Roos hoopt dat instellingen daarvoor de tijd wordt gegund. "Want je kunt niet zomaar ineens een aantal bedden weghalen. Als we de bedden afbouwen zonder dat de ambulante hulp goed is geregeld, dan komen de cliënten via de crisisdienst toch in een instelling terecht of moeten ze ergens anders worden opgevangen. Dat leidt dan niet tot de gewenste reductie.

Jongejan: "Het is net als met een waterbed; als je hier drukt, gaat het daar omhoog. Daarom moet je dit samen doen." De directeur van GGNet wijst op het risico van een faillissement bij een te snelle afbouw van de bedden. Instellingen moeten overbodig geworden gebouwen langzaam kunnen afboeken. "Als je dat te snel doet, begint de bank te piepen." GGNet moet voor 2018 330 van de 1.000 bedden afstoten. De Roos hamert ook op het belang van de instandhouding van een preventieteam. 

Als huisartsen niet bereid zijn daar (op tijd) geld voor vrij te maken uit hun ‘POH-regeling’ dan gaat die zorg misschien verloren. 

"Omdat het per huisarts over een heel kleine bijdrage gaat, bestaat de kans dat er niet over wordt nagedacht." Jongejan: "Het is aan partijen om te kijken hoe ze het regelen. Je zult zien dat er verschillen per regio ontstaan. Zoals het hier in Oost-Veluwe en de Achterhoek gaat, gaat het niet overal."

Samen oplossen

Jongejan heeft goede ervaringen met door hem georganiseerde bijeenkomsten voor alle partijen in de verschillende regio’s, waaronder instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, huisartsen, eerstelijnspsychologen, maatschappelijk werkers en hulpverleners. "We zien dat er een grote bereidheid is om informatie te delen. Iedereen heeft door dat we het samen zullen moeten oplossen." De herverkaveling wordt ingegeven door een fors gestegen behoefte aan geestelijke gezondheidszorg die voortaan vooral ambulant moeten worden opgevangen. "Om dat te realiseren vindt er een verschuiving plaats van de hulpverlening in de tweede- naar de eerstelijn, van instellingen naar wijken, met de huisarts als spil en daar omheen zorgprofessionals die integraal zorg organiseren en aanbieden. De organisatiegraad van de eerstelijn zal daarom moeten toenemen.” •

Caransscoop is een regionale ondersteuningsstructuur (ROS) die de zorgverleners in de eerste lijn adviseert en ondersteunt. Caransscoop fungeert naar eigen zeggen als ‘smeerolie in de eerstelijnszorg’. De organisatie werkt nauw samen met partners op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Ondersteuningsstructuren als Caransscoop worden betaald uit collectieve middelen. Over het algemeen zijn er geen directe kosten verbonden aan de inzet van de adviseurs.

GGNet is een tweedelijnsorganisatie voor geestelijk gezondheidszorg. GGNet biedt alle soorten psychische hulp, variërend van preventieve cursussen tot langdurige therapie. Jaarlijks maken 25.000 mensen gebruik van de hulpverlening van GGNet. GGNet is in 2002 ontstaan uit een fusie van Spectrum Gelderland-Oost in Warnsveld; Spatie, centrum voor geestelijke gezondheidszorg Apeldoorn en Oost-Veluwe; Riagg Oost-Gelderland; de RIBW’s Oost Gelderland en de psychiatrische afdelingen (Paaz) van de ziekenhuizen in Winterswijk, Doetinchem, Zutphen en Zevenaar.