De Lichtenvoorde is een instelling in de gehandicaptenzorg met ongeveer 800 cliënten, 600 medewerkers en 350 vrijwilligers. En waar veel instellingen worstelen met het terugdringen van ziekteverzuim, laat De Lichtenvoorde al enkele jaren cijfers zien die (ver) onder het gemiddelde liggen. In 2016 lag het verzuim op 3,41 procent (branchegemiddelde: 5,66) en op de Vernet Health Ranking prijkt een mooie 9,7.

Om inzicht te krijgen in hoe De Lichtenvoorde hierin slaagt, spraken we bestuurder Hans Poortier (links op foto), manager P&O Patrick Stroeve en extern adviseur en arbeidsdeskundige Willeke Nijkamp van Vitaal Verder. “Er was bij ons verzuim altijd een golfbeweging te zien,” zegt Patrick Stroeve. “Hadden we een nieuwe arbodienst, dan ging het verzuim omlaag, maar daarna gingen de cijfers langzaam weer omhoog, tot we weer op het oude niveau zaten. We zijn een aantal keer gewisseld van arbodienst, maar het patroon bleef hetzelfde, we kregen het niet structureel verbeterd.”

Focus en aandacht

Willeke Nijkamp: “Als het verzuim omhoog gaat, krijgt de bedrijfsarts vaak de schuld. Dan wordt er gesteld dat deze alleen maar oor heeft voor de werknemer. En het is natuurlijk makkelijk om de bedrijfsarts naar huis te sturen. Maar wat voor het gemak vergeten wordt, is dat je als organisatie zelf het hardst moet werken, met al je medewerkers. Blijvende focus en aandacht, dat zijn de sleutelwoorden.

Binnen De Lichtenvoorde besefte men dat het anders moest om een duurzame resultaatverbetering te halen. Na extern advies van onder andere Falk & Verbaan, en na de eigen organisatie zorgvuldig onder de loep te hebben genomen, is ervoor gekozen het ‘gedragsmodel’ te introduceren. De essentie daarvan is dat ‘ziek zijn’ niet synoniem is met ‘niet inzetbaar zijn’. Patrick: “Er wordt juist gekeken naar wat iemand nog wél zou kunnen doen. Wat is er nog mogelijk?”

"Er wordt gekeken naar wat iemand nog wél zou kunnen doen"