De regionale sectorplannen zorg zijn op een haar na afgerond. WGV Zorg en Welzijn, hoofdaanvrager van 4 plannen, heeft onlangs de einddecla-
ratie voor de regio’s Achterhoek en Twente (voorzien van een goedkeuren-
de verklaring van de accountant) ingediend. De einddeclaraties voor de regio’s Stedendriehoek en IJssel-Vecht zijn in voorbereiding. In alle gevallen wordt uitgegaan van 100% realisatie d.w.z. dat de beschikbare subsidiebedragen maximaal worden benut.


Toen minister Asscher in 2013 de regeling cofinanciering sectorplannen presenteerde, zag ook de sector zorg en welzijn kansen. De problematiek in de zorg was duidelijk, daarom is 100 miljoen euro voor de sector aangevraagd. Daarbij is heel constructief door alle zorgpartijen en VWS overlegd over een verdeling van taken. Terwijl de regio’s zouden zorgen voor scholing en opscholing, zouden de landelijke zorgpartijen zich met name op mobiliteitstrajecten richten. Uiteindelijk is daar een raamwerk uitgerold dat door alle partijen is ondertekend, waarbij er 67,5 miljoen euro is aangevraagd voor scholing en 32,5 miljoen euro voor mobiliteitstrajecten.

Bovenregionale samenwerking

De regionale werkgeversverenigingen, waaronder WGV Zorg en Welzijn, namen verantwoordelijkheid voor de opzet en uitvoering van scholingsplannen. Gerard Nederpelt, directeur WGV Zorg en Welzijn: “Omdat iedereen gelijktijdig aan de slag was met de opzet van het plan en zich voor de vraag gesteld zag hoe de administratie en controle op de uitgevoerde activiteiten moest worden vormgegeven, werd bijna vanzelfspre-
kend nauwe samenwerking gezocht. Dat leidde tot de vorming van RegioCoöp, een coöperatieve vereniging van de 14 regio’s. Zo werden via RegioCoöp afspraken gemaakt met een ICT-leverancier, kwam een uitgebreide AO/IC tot stand en werd een Shared Service Centrum ingericht voor de controle en verantwoording.”

Martine Duenk, projectleider sector-
plannen: “Eén jaar na de ondertekening van het landelijke raamwerk werd de 10.000ste deelnemer aan de regionale sectorplannen geregistreerd in het digitale systeem. Inmiddels is de laatste deelnemer geregistreerd en worden de eindrapportages opgesteld. De teller is net onder de 70.000 trajecten geëindigd, waarvan 7.360 uit Oost-Nederland.