Een zorg- of welzijnsorganisatie kan niet zonder de inzet van vrijwilligers. Zij zijn het die de - onmisbare - extra kwaliteit van leven geven aan cliënten die deels of helemaal afhankelijk zijn van de inzet van anderen. Door de veranderende wetgeving, verschuivende verantwoordelijkheden en budgetten die onder druk staan, is de urgentie om de inzet van vrijwilligers goed te benutten veel groter geworden. 

We spreken met twee mensen die vanuit verschillende posities en invalshoeken te maken hebben met vrijwilligerswerk. Wendy Lansink is coördinator vrijwilligerswerk (links op de foto) bij Fatima Zorg in Nieuw Wehl, een instelling voor wonen, dagbesteding, behandeling en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking. Alice ten Dam is adjunct-directeur van Arcon, een onderzoeks- en adviesorganisatie die ‘vrijwillige inzet’ als één van haar expertises heeft. Arcon vergaart kennis, ontwikkelt nieuwe ideeën en ondersteunt instellingen en gemeenten bij de inrichting en uitvoering van vrijwilligersbeleid.

Menselijke maat

Alice ten Dam: "We gaan terug naar de menselijke maat, van een hoger naar een lager bestuursniveau. Dit is niet alleen een transitie, maar ook een transformatie. Er werd altijd gekeken naar de output: sturen op getallen. Maar wij kijken meer naar de ‘outcome’: heb je bereikt wat je beoogt? Wij gebruiken daarvoor het gevalideerd kwaliteitssysteem ‘De menselijke maat’, waarmee we met een organisatiescan én een cliëntendeel, inzichtelijk maken wat de invloed van de organisatie is op het leven van de cliënt. Hierbij is de inzet van vrijwilligers essentieel.”

"Wij hebben - met subsidie van de provincie Overijssel en samen met Hogeschool Saxion - een post-hbo cursus ‘Strategisch Vrijwilligersmanagement’ ontwikkeld, omdat wij zagen aankomen dat door die transitie het vrijwilligerswerk er niet meer een beetje bij hangt, zoals vaak het geval was, maar een volwaardige positie binnen organisaties gaat krijgen. Zowel betaalde als onbetaalde krachten dragen bij aan het succes van een organisatie, daar zal iedereen van doordrongen moeten zijn.” >