Taken, verantwoordelijkheden en budgetten voor de ouderenzorg worden per 1 januari 2015 overgeheveld van de landelijke overheid naar gemeenten. Tegelijk worden de budgetten verminderd en worden ouderen geacht langer zelfstandig in hun eigen omgeving te blijven wonen. Dat vraagt van die gemeenten en alle andere betrokkenen een goede voorbereiding op hun nieuwe rol. In Deventer spraken we hierover met wethouder Jan Jaap Kolkman en met Ko Portengen, bestuurder van zorggroep Solis.

Alle gemeenten in Nederland zitten nog volop in de voorbereidingsfase, Deventer is hierin geen uitzondering. Wethouder Jan Jaap Kolkman: "We liggen op schema. We hebben nu het kader klaarliggen, in augustus, september is onze vraag operationeel gereed en koppelen we deze aan het aanbod van de dienstverleners. In oktober moet de inrichting klaar zijn en op 1 januari moet het er echt staan. Maar dat betekent niet dat we er dan zijn, dat het allemaal in beton gegoten is. We gaan dan een ontwikkeling in, het is een groeiboek. Na twee jaar wil ik nog eens even de zaak op een rij zetten.” 

"Als je vraagt of we het gaan redden zeg ik: ja, natuurlijk gaan we het redden. Maar gaat altijd alles goed? Nee, dat denk ik niet. We gaan met elkaar een expeditie aan en tijdens die expeditie moeten alle betrokken partijen elkaar goed in de gaten houden en erop wijzen als zaken niet optimaal verlopen. Dat betekent dat er sprake moet zijn van onderling vertrouwen binnen de samenwerking en dat we opportunistisch gedrag moeten voorkomen.”

Onderling vertrouwen

Ko Portengen: "Daar kan ik me helemaal bij aansluiten, ik denk dat je eigenbelang moet tegengaan, anders heb je een groot probleem. Zorgorganisaties hebben de afgelopen tien jaar flink met elkaar moeten concurreren. We zijn in Deventer van één thuiszorgorganisatie naar 30 gegaan omdat er op aanwijzing van het ministerie en de NZa er elk jaar twee nieuwe organisaties moesten bijkomen. >

"Organisaties moeten zich tijdig richten naar de ontwikkelingen."