Als wij als aanbieders nu uit opportunisme en eigenbelang zouden redeneren, dan zijn we boven de tafel aan het praten over samenwerking en onder de tafel elkaar aan het wegconcurreren. Uiteindelijk leidt dat tot zorg die niet op elkaar is afgestemd en niet in het belang is van het individu. Kolkman reageert: "En ik zit ervoor om te zorgen dat dat niet gebeurt, ik ben marktmeester.”

Behoefte aan ruimte

Maar het zo gewenste samenwerken en overleggen lukt op dit moment nog niet in alle gevallen. Ko Portengen: "Wat betreft dat overleg met andere partijen, ik zou graag die ruimte hebben. Maar de regelgeving op dit terrein is nog niet zo ver. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) blijft hier in gebreke. Overleg levert je nu geen voordeel, maar een boete op. Voor ons als zorgaanbieders is dat op dit moment een ongelofelijke sta-in-de-weg.” 

"Dat is nu zo,” zegt Jan Jaap Kolkman, "maar ik denk dat er uiteindelijk toch samenwerkingsverbanden gaan ontstaan, of fusies. Dat zal moeten. Organisaties moeten zich tijdig richten naar de ontwikkelingen, want als ze dat niet of te laat doen, gaan ze het in de nieuwe situatie niet redden.” 

 

"Ik ben trouwens wel groot voorstander van de richting waarin we gaan,” zegt Portengen. "Maar we moeten oppassen, want er zijn in dit systeem ook groepen die in de kou kunnen komen te staan. Dat zijn met name de groepen met een lager inkomen en met een lager opleidingsniveau. Toen we dat onderkenden zijn we met deze locatie (St Jurriën, red.) een pilot gestart om te kijken hoe we met burgerinitiatieven en met andere organisaties in de wijk ervoor kunnen zorgen dat hier reuring ontstaat die de leefbaarheid verbetert.  

Kolkman: "Kijk, en daar gaan gemeenten en zorginstellingen met elkaar dansen. Wij hebben bij de Wmo op meerdere terreinen met bezuinigingen te maken. Dus is het van belang te kijken wat we samen kunnen doen. Waarom zou het klaverjastoernooi elders in de wijk niet hier gehouden worden? Daar moeten we naartoe, optimaal gebruik maken van ruimtes en mensen. Dat zijn dingen die altijd heel gescheiden zijn gebleven, daar valt nog veel te winnen.” 

Duidelijkheid

"Wat wij van de gemeente nodig hebben is duidelijkheid,” zegt Portengen. "We hebben niet zoveel tijd met z’n allen. En dat is trouwens ook een boodschap aan de landelijke overheid.

Er wordt veel bedacht, maar we moeten nu overgaan tot actie, iets doen. Ik heb heel lang het gevoel gehad dat de overheid ons in een ronde kamer had gezet en zei dat in de hoek het antwoord lag. Als ik kijk naar de huishoudelijke zorg dan ligt er nu in Deventer voor het eerst een duidelijk voorstel. Je kunt er van alles van vinden, maar het is in ieder geval duidelijk. En dat is waaraan we als organisatie behoefte hebben, dan hebben we iets waarop we ons kunnen richten.”

Keuzes maken 

Kolkman: "We zitten wat dat betreft niet in een handig jaar, met de gemeenteraadsverkiezingen. Voor de verkiezingen werd alles opgehouden en ik ben nu pas tweeënhalve week wethouder. Dat betekent wel dat we nu keuzes moeten maken, en rap ook. En ik vraag ook van andere partijen, bijvoorbeeld van een bestuurder van een zorginstelling, om mij scherp te houden. De plannen moeten uitvoerbaar zijn, aansluiten bij het organiserend vermogen van een wijk of stad. Het is niet meer alleen de overheid die een theoretisch model neerlegt, we moeten dat samen heel concreet vormgeven. Maar zoals ik in het begin al zei: dat gaan we redden.” •