Afgevaardigden van onderwijs- en zorginstellingen in de Stedendriehoek en Noord-Veluwe hebben de koppen bij elkaar gestoken: "Wat vragen veranderingen in de zorg van ons?”

Onderwijsinstellingen en zorgorganisaties móeten samen optrekken, vinden onderwijsdirecteuren Michaël de Kort (links op de foto) en Rients Jorna. Jorna: "We hebben elkaar nodig om bepaalde vraagstukken te kunnen oplossen. We hebben een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.”

De Kort, directeur van de sector Zorg & Welzijn van onderwijsinstelling Aventus, en Jorna, directeur van de Academie Gezondheidszorg van Saxion Hogescholen, zijn respectievelijk voorzitter en lid van de werkgroep Toekomstgericht Opleiden, een van de vier werkgroepen die uitvoering geeft aan het Regionaal Sociaal Akkoord arbeidsmarkt zorg en welzijn Stedendriehoek en Noord-Veluwe dat in februari is gesloten. Werkgevers, werknemers, overheden en onderwijsinstellingen hebben daarin onder meer vastgelegd dat ze streven naar meer mobiliteit bij medewerkers en toekomstgerichte opleidingen. 

De Kort: "We zijn inmiddels een aardig eind op weg. We hebben elkaar gevonden. Er is een aantal afspraken gemaakt waar we over een half jaar willen zijn.” 

Overleg en afspraken zijn nodig om het hoofd te kunnen bieden aan de veranderingen in de zorg. De Kort: "Wetten en regels veranderen, mensen liggen korter in ziekenhuizen, ze hebben meer zorg nodig als ze thuis komen en er wordt een steeds groter beroep gedaan op mantelzorgers. Die ontwikkelingen hebben gevolgen voor de mensen die in de zorg werken. We moeten goed weten wat er in het werkveld speelt zodat we de opleidingen daarop kunnen aanpassen. We willen mensen actueel opleiden. Ik ben pas tevreden als niet alleen studenten, maar ook werkgevers tevreden zijn.”

Spil

Jorna: "Opleidingen zijn toch te verkokerd; er bestaat een te smal beeld van beroepen. Mensen in de zorg zullen waarschijnlijk steeds vaker te maken krijgen met vrijwilligers en mantelzorgers en steeds meer wijkgericht moeten werken." >