Een traditioneel opererende tapijttegelfabrikant groeide in nog geen twintig jaar uit tot een onderneming die jaarlijks in de mondiale top drie van meest duurzame bedrijven staat. En het einde is nog lang niet in zicht bij Interface, een bedrijf dat vanuit Scherpenzeel de wereld veroverde. Een verhaal met visie en durf waar zorg en welzijn van kunnen leren, zo is daar de overtuiging.

"Stel een ambitieus doel en dat doel kan niet ambitieus genoeg zijn.” Geanne van Arkel is hoofd Sustainable Development bij Interface en houdt van een uitdaging. ‘Haar’ bedrijf kwam voort uit Heuga, de eerste die tapijttegels ontwikkelde en daarmee successen boekte. 

In de jaren negentig een grondstoffenverslindend en weinig milieuvriendelijk proces. "Op de vraag; ‘wat doen jullie aan duurzaamheid?’, was ons antwoord: ‘we houden ons aan de regels.’ Onze oprichter besloot het anders aan te pakken. Duurzaam werken en toch winst maken waren daarbij de uitgangspunten.”

Ambitieus doel

Het ambitieuze doel was zo gevonden. In het jaar 2020 moet de marktleider in tapijttegels geen enkel negatief effect op grondstofgebruik en milieu meer hebben, zodat haar producten en diensten bijdragen aan een inspirerende omgeving en een beter binnenklimaat, maar ook een betere wereld. De weg er naar toe bleek in de startfase lastiger. "In de beginjaren ging het met kleine stapjes. Langzamerhand bleek toch het delen en implementeren van ideeën aan te slaan en kwam het vliegwiel op gang. Iedereen ging meedenken en raakte enthousiast”, vertelt Geanne van Arkel. "Een beter teambuildingprogramma is er niet!”

Met z’n allen naar dat ene doel werken. Hoe maakt niet uit en ieder idee is welkom. "Uit de mensen van de productie zijn bijvoorbeeld tweehonderd verbeterideeën voortgekomen”,  noemt Van Arkel. "Die zijn allemaal geïmplementeerd. Natuurlijk mislukt er wel eens iets. Zo kwam iemand met het plan om fairtrade tapijttegels te produceren. >