Die kregen we niet verkocht. Maar daaruit kwam wel de gedachte om castorbonen te gebruiken voor de nu in productie genomen ‘biobased’ tapijttegel.” 

Natuur

De natuur is een belangrijke inspiratiebron voor Interface. "Hoe systemen daar werken, daar kunnen we van leren. Het enige dat vastligt is het doel. Hoe we daar komen weten we niet. Zo werkt het in de natuur ook en het bevordert bovendien het ‘out of the boxdenken’. Een gekko bracht bijvoorbeeld de inspiratie voor lijmvrij installeren. Ook werken we samen met partijen buiten ons bedrijf en gebruiken we ideeën die op andere plekken zijn ontwikkeld.” Het leverde het bedrijf in twintig jaar ruim negentig procent minder afval, veertig procent duurzaam opgewekte energie en een reductie van bijna vijftig procent op ruwe grondstoffen op. "En, wat voor een commercieel bedrijf ook belangrijk is, het bracht ons wereldwijd een besparing van 450 miljoen dollar.”

Duurzaamheid hoeft niet duur te zijn is haar overtuiging. "Ondernemers blijven het vaak doen zoals ze het altijd deden. Dat zal in zorg en welzijn ongetwijfeld ook zo gaan. Als je alleen kijkt naar de investering die voor duurzaamheid nodig is kom je niet verder. 

Wij zijn inmiddels tot de conclusie gekomen dat de duurzame oplossing uiteindelijk altijd de meest effectieve is.”

"Duurzaamheid is niet duur, het levert geld op”

Visnetten

Ook sociale componenten vormen een onderdeel van de aanpak. Zo koopt het bedrijf op de Filippijnen oude visnetten in die verwerkt worden tot garens voor de Interface tapijttegels. "Die netten verdwenen in zee of lagen als afval langs de kust. Nu worden ze verzameld, krijgt de bevolking een vergoeding, zijn er minder milieuschadelijke effecten en hoeven wij minder olie te gebruiken voor het kunststof voor onze tapijttegels.” Ook op andere plekken zal deze aanpak uitgerold worden.

Na het jaar 2020 waarin het bedrijf geen enkele negatieve impact op het milieu en de aarde meer wil hebben is van achteroverleunen voor Interface geen sprake. "Dan wordt het tijd om terug te geven, we willen ook herstellend zijn. En dat kan, dat hebben we inmiddels wel geleerd.” •


Zorg en welzijn kunnen van Interface leren

Hoogleraar transitiekunde van de Universiteit Delft Jan Rotmans is er van overtuigd dat zorg en welzijn veel van Interface kunnen leren. "Het bedrijf is interessant voor deze sector, omdat het een radicaal vernieuwingspad is ingeslagen”, vindt hij.

"Interface heeft vanuit een nieuwe oriëntatie (de circulaire economie) nieuwe producten en diensten ontwikkeld om zo duurzaam mogelijk tapijt te leveren, en zich op nieuwe klanten en verdienmodellen gericht. Dit is een vergelijkbare transitieopgave als waar zorg- en welzijnsinstellingen voor staan”, vindt hij. "Dit vraagt in deze tak om een radicale veranderstrategie à la Interface.”

Geanne van Arkel is het van harte met hem eens. "Een zorg- of welzijnsorganisatie heeft zoveel diversiteit en passie in de organisatie. Gebruik die om het doel te bereiken. Werk samen en kijk buiten je eigen organisatie. Durf je nek uit te steken en als iets mislukt: leer ervan.”