“Als het nodig is, doe ik het weer.” Wilma Schouten (58) uit Apeldoorn was een van die mensen die zich aan het begin van de coronacrisis aanmeldde door zich in te schrijven voor de database van Extra handen voor de zorg. Van acht uur vrijwilligerswerk in de week in een hospice was ze, vrijwel van de een op de andere dag, meer dan fulltime in touw met daarbij nog een reistijd van anderhalf uur heen en anderhalf uur terug.

In maart zag ze een oproep op Facebook. “s ’Avonds rond een uur of tien reageerde ik met het idee dat ik, met mijn verleden als verpleegkundige, misschien ooit wel iets zou kunnen doen.” De volgende ochtend om half negen kreeg ze telefoon van het belteam van WGV Zorg en Welzijn. “Of ik naar Brabant wilde…”

Grap

Ze schrok zich een hoedje. “Ik had het idee, als het hier in de regio ook zo erg wordt, dan roepen ze me misschien op.” 

Haar man dacht dat ze een grap maakte. “De week ervoor moest hij voor zijn werk naar Brabant en daar was ik toen boos over. Al snel zei hij, als jij vindt dat je dit moet doen, ga!” Haar nog thuiswonende dochter van achttien was minder enthousiast. “Net verliefd en de moeder van haar vriend was kwetsbaar. We hebben de afspraak gemaakt dat ik het niet langer dan een maand zou doen. Met daarna twee weken quarantaine zou ze hem zes weken niet zien. Daar is ze mee akkoord gegaan.”

Ze hielp een verpleegafdeling opzetten in Oss, verpleegde er coronapatiënten die van de IC kwamen en merkte dat er veel ad hoc gebeurde. “Het is ontzettend knap hoe in zo’n korte tijd zoveel uit de grond is gestampt. We kregen volop begeleiding. 


"Ik heb er écht een bijdrage kunnen leveren"