Hij overlegt met sectoren, werkgevers- en werknemersorganisaties, gemeenten, Den Haag, Brussel, het onderwijs en tal van andere partijen. "In het economic development board is bijvoorbeeld Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn ook vertegenwoordigd.” 

En het blijft niet bij uitwisselen van informatie alleen. Zo is hij nu met ROC’s in de regio bezig aan het op een lijn brengen van kwalificaties. "Bij de scholen werken ze hard aan het afstemmen van het curriculum. Dat maakt de erkenning en uitwisseling van diploma’s en kwalificaties gemakkelijker.”

Detachering

Overwinnen werknemers uiteindelijk de barrières en komt het tot werken over de grens dan heeft dat tal van praktische gevolgen. "Hypotheekrenteaftrek, belastingen, sociale voorzieningen, arbeidsrecht: het is er allemaal net anders.” Daarom wordt nu gewerkt aan een regeling waarmee op detacheringsbasis de overstap gemaakt kan worden. "Op die manier kunnen werknemers met een zekere basis op Nederlandse voorwaarden aan de slag.”


Meer flexibiliteit en grotere zoekgebieden creëren, dat moeten al dat overleg en al die afspraken opleveren. "Dat is voor werknemers van belang, maar ook voor werkgevers”, vindt Van Hijum. "Misschien dat nu de vraag in Duitsland groter is dan hier, maar met de vergrijzing en de aantrekkende economie kun je voorspellen dat wij in de nabije toekomst ook mensen tekort gaan komen. Bovendien is het mooi als je hier, bij krimp in het aantal banen in bijvoorbeeld de zorg, je vertrekkende werknemers ook de opties in Duitsland biedt.”

"Misschien dat nu de vraag in Duitsland groter is dan in Nederland, maar met de vergrijzing kun je voorspellen dat wij hier ook mensen tekort gaan komen.”

Scharnier

De provincie is wat hem betreft het scharnier tussen de landelijke politiek en de praktijk. Met een verleden als Tweede Kamerlid kent hij het klappen van de Haagse zweep. 

 

"Het gat tussen beleid en uitvoering is er, dat weet ik als geen ander. Wij zijn er als provincie voor om in Den Haag en Brussel aan de bel te trekken en ons daar hard te maken voor Overijssel. Op die manier kunnen we de voorwaarden scheppen waarmee we hier in de grensstreek ook daadwerkelijk aan de slag kunnen. Wij delen deze kennis met de andere grensprovincies zodat wij optimaal resultaat boeken voor de Nederlandse en Duitse economie en de werkgelegenheid.”

Van Hijum is ervan overtuigd dat het gaat lukken. Hij verwacht binnen vier jaar fikse stappen te maken. "Er is een gezamenlijk doel en je merkt dat de aandacht voor die grensoverschrijdende arbeid groeit. Zo zie ik dat steeds meer scholen de Duitse taal belangrijker maken. Ja, en zelf doe ik daar ook aan mee. Ik ben mijn Duits net zo goed aan het bijspijkeren.” •