Hoe doe je dat? Hoe breng je een verzuimpercentage van rond de acht terug naar beneden de vijf? Bij Estinea, een organisatie die in de Achterhoek en Twente mensen met een beperking ondersteunt, is dat gelukt. Pasklare antwoorden op die vraag hebben ze er echter niet. “Er zijn genoeg organisaties bij ons geweest met de vraag hoe we dat voor elkaar krijgen. We weten hoe dat bij ons is gegaan, maar helaas kun je dat niet simpelweg kopiëren. Een organisatie moet doen wat past, wat haalbaar is, wat eigenlijk in het DNA zit.”

Tineke Roelofsen is regiomanager bij Estinea en stuurt veertien teams aan. Sinds een jaar of twintig werkt de organisatie met een grote mate van zelfsturing en dat werkt. “Een aantal jaar geleden kwamen we wél tot de conclusie dat ons verzuimpercentage hoog was. We vroegen ons af waardoor dat kwam. We concludeerden dat er weinig over verzuim werd gesproken. Dat zijn we gaan doen. We hebben, samen met de medewerkers, doelen opgesteld en vanuit die zelfsturing is het onderwerp breed opgepakt.”

Radiostilte

In de tijd van radiostilte was onduidelijk waarom werd verzuimd. “Is het een recht, is het onvermijdbaar, gebruik je het soms voor andere zaken dan ziekte? Het bleek niet altijd gemakkelijk om het er over te hebben. Verzuim je omdat je je hond hebt moeten laten inslapen en je verdrietig bent? Dan moeten we daarover praten. Je bent verdrietig, niet ziek. Is een dag vrij misschien goed?”

Aandacht is de kern van de aanpak bij Estinea weet Femke Rhebergen, P&O adviseur. “Er is geen standaardaanpak, geen trucjes en de verantwoordelijkheid wordt door de hele organisatie gedragen. We richten ons op inzetbaarheid. Wat kun je wél en wat heb je nodig om een bijdrage te kunnen blijven leveren?”

Medewerkers serieus nemen en vertrouwen geven is de basis, denken de twee. “Per medewerker, per team werkt het anders. Samen bepaalt een team, van zo’n twaalf tot vijftien mensen, wat nodig is. De teamleden hebben eigenaarschap en pakken de verantwoordelijkheid die ze willen”, vertelt Roelofsen.