Wie ‘leren’ zegt, denkt al snel aan schoolbanken en lesboeken. Dat is niet helemaal terecht, omdat we inmiddels weten dat mensen leren via het 70-20-10-principe (geïntroduceerd door Charles Jennings). Dat principe laat zien dat we 70% leren door te doen, 20% door kennisdeling en slechts 10% uit formele bron, waaronder we het klaslokaal rekenen. De Twentse Zorgcentra en ROC van Twente hebben de handen ineen geslagen en richten zich in een pilot op die 70% werkplekleren.   

De pilot Werkplekleren bij De Twentse Zorgcentra wordt gehouden binnen locatie De Losserhof. Yolande Wieldraayer (rechts op de foto) is bij De Twentse Zorgcentra coördinator beroepspraktijkvorming (bpv), Kathinka Eeltink (links op de foto) is docent, bpv-expert en projectleider Werkplekleren binnen het ROC van Twente. Voor het BestuurdersMagazine vertellen beiden over de pilot die sinds dit schooljaar loopt. 

Wieldraayer: “We maakten allebei deel uit van de focusgroep 'Anders organiseren werkbegeleiding'. En heel toevallig: we hadden ongeveer hetzelfde plan bedacht.” Eeltink: “Het idee was om BOL-studenten de hele week in de praktijk te laten werken, in plaats van ze tussendoor naar school te laten gaan. Yolande zocht daarvoor een school en wij een instelling, dus dat was snel geregeld.”

Essentie van werkplekleren    

De essentie van werkplekleren is dat praktijk en school veel dichter bij elkaar komen te staan. Wieldraayer: “Praktijk en school zijn gescheiden werelden en niet iedere student weet die bij elkaar te brengen.” Eeltink: “De sterkste prikkel tot leren is handelingsverlegenheid, dat komen studenten in de praktijk veel tegen. Dan roepen ze: ‘Dat hebben we op school nog nooit gehad!’, maar dat