Waar komt die behoefte vandaan? 

Het werk van wijkverpleegkundige is de laatste jaren sterk veranderd, stellen Koopman en Wansink. Wijkverpleegkundigen zijn steeds vaker ‘de spil’ in de wijk- of buurtteams die (medische) zorg verlenen bij mensen thuis. Sinds 2015 moeten zij ook cliënten indiceren. “De wijkverpleegkundigen zitten bijvoorbeeld met vragen over indicaties, protocollen, technologische toepassingen of de begeleiding van studenten. Die kunnen ze nu via WijkLink stellen aan collega’s of docenten”, zegt Koopman. Daarnaast hopen ze dat WijkLink nieuwe collega’s oplevert. Zoals bekend is er een tekort aan wijkverpleegkundigen. “We hopen ze op deze manier positief te interesseren voor het werk.”

Wie willen er aansluiten?

Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, wijkleercentra en regieverpleegkundigen van ziekenhuizen, sommen Koopman en Wansink op. Het netwerk kan niet snel te groot zijn, volgens de twee. Wansink: “Het gaat om de cliënten in de wijk. Zij merken misschien niet direct iets van WijkLink, maar indirect wel. Als een wijkverpleegkundige kennis en vaar-
digheden vergroot, profiteert een cliënt daarvan.” Koopman vult aan: “Als je als wijkverpleegkundige goed kunt indiceren, dan hebben cliënten daar baat bij.” Te denken valt verder aan uitbreiding van het netwerk met fysiotherapeuten,

huisartsen en welzijnswerkers, ook allemaal zorg- en hulpverleners die in de wijken actief zijn, oppert Wansink.

Zouden cliënten zelf toegang moeten hebben?

Wansink: “Die vraag is al wel gesteld, maar nog niet beantwoord. Je hebt voor cliënten allerlei andere netwerken, vaak georganiseerd rondom aandoeningen. Daar kunnen patiënten en professionals terecht voor informatie.” Koopman: “De vraag ‘What is in it for me?’ kunnen we beantwoorden voor professionals, maar nog niet voor cliënten.”

Er liggen verzoeken om WijkLink uit te breiden naar andere delen van het land. Koopman: “Andere hogescholen hebben interesse, maar wij zijn nog niet zover. We willen het allemaal wel kunnen blijven behappen.” Wansink: “We doen het er allemaal bij. Als je WijkLink vergroot, moet je het anders gaan organiseren. Nu is er een paar dagen per week een community manager actief.”

Gelukkig kent het initiatief de komende jaren financiële stabiliteit dankzij een garantstelling van de Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn, stellen de twee. De werkgeversvereniging steunt de verdere ontwikkeling van het platform ook financieel.

Gamen met WijkLink

Voor WijkLink, het internetplatform voor wijkverpleging, is een game ontwikkeld die studenten verpleeg-
kunde kunnen spelen: Carion. De studenten werken bij een fictieve instelling, maken daar deel uit van virtuele wijkteams en hebben virtuele, fictieve cliënten.

Als team krijgen zij online allerlei opdrachten. Maak een beleidsplan; ontwikkel een visie; schrijf een protocol. Daarmee kunnen ze ‘Carions’ verdienen. Op een scorebord (leaderboard) is te zien welk team aan kop gaat. 

De teams worden begeleid door docenten. Zij hebben online de rol van regiocoaches met wie de teams regelmatig moeten overleggen. Overleg is er ook ‘live’.

De game is sinds september online. Carion past in de nieuwe opzet van de opleiding verpleegkunde, stelt projectleider Dorine Koopman van Saxion. “Dit activeert studenten enorm. Ze zitten online meteen op dezelfde plek als hun toekomstige collega’s.”