Het paradoxale van het begrip ‘gezondheid’ is misschien wel dat we hierbij vaak doelen op een klacht, op een aandoening die verholpen moet worden. Bij Positieve Gezondheid gaat de aandacht niet primair daarnaar uit, maar juist naar wat de mens zelf wil, wat hun leven betekenisvol maakt. Positieve Gezondheid is een door voormalig huisarts Machteld Huber ontwikkelde visie die veel breder is dan onze traditionele kijk op gezondheid en ziekte. 

Sandra van Hogen-Koster is lector Positieve Gezondheid, Leefstijl & Leiderschap van het lectoraat Smart Health van Saxion en van Medisch Spectrum Twente (MST). Silvia Brouwer is practor Vitaliteit bij het Alfa-college en richt zich op onderzoek ten behoeve van het opleiden van professionals die zich bezighouden met vitaliteit en gezondheid. Het Alfa-college is partner van Vitaal Vechtdal, een samenwerking van verschillende organisaties die de visie van Positieve Gezondheid hebben omarmd. 

“Positieve Gezondheid betekent dat je kijkt naar wat voor de ander belangrijk is, wat het leven betekenisvol maakt”, aldus Van Hogen. “De regie ligt dan ook bij de ander, jij probeert daar (als professional) bij aan te sluiten. We hebben de neiging onbedoeld veel voor anderen in te vullen, omdat we denken te weten wat goed is voor een ander.” Van Hogen geeft hiervan een heel praktisch voorbeeld: “Als het gaat over iemands gewicht, zeggen we nu nog vaak dat iemand te zwaar is en komen we met een dieet of een bewegingsprogramma.

Bij Positieve Gezondheid vraag je wat iemand graag wil. Die zegt dan bijvoorbeeld dat hij graag 5 kilometer met de hond wil wandelen. De volgende vraag is wat je daarvoor nodig hebt. Een goede conditie. En hoe bereik je dat? Door meer te gaan bewegen, te oefenen. Zo richt je je dus op wat iemand kan en wil. Het resultaat kan zijn dat iemand meer gaat bewegen en daardoor afvalt. Niet als een verplicht nummer, maar goed gemotiveerd.”