Motivatie

“Doordat je insteek anders is, neemt de motivatie dus toe. Dat klinkt eenvoudig, maar de praktijk is soms toch weerbarstig. Dat heeft weer te maken met hoe onze gezondheidszorg is georganiseerd en hoe die gefinancierd wordt. Zo past men in de huisartsenpraktijk van Hans-Peter Jung (Afferden) de methodiek ook toe, waardoor er veel minder verwijzingen naar het ziekenhuis waren en er minder medicatie werd voorgeschreven. Jung werd vervolgens teruggefloten doordat het ziekenhuis minder inkomsten had.” 

Brouwer: “In Vitaal Vechtdal zie je dat iedereen in de keten meewerkt en ook dezelfde taal spreekt. We werken met Positieve Gezondheid als middel, het vitaal zijn is einddoel. We willen vitale burgers en vitale cliënten in de ouderenzorg. In de opleiding van het Alfa-college passen we Positieve Gezondheid in het onderwijs toe doordat studenten het op zichzelf kunnen betrekken, maar ook om het in de zorgpraktijk te kunnen toepassen.”

Zingeving

“De vraag is hoe we eraan kunnen bijdragen dat mensen de dingen kunnen blijven doen die belangrijk voor ze zijn”, zegt Brouwer. “Voor de een is dat een wandeling kunnen (blijven) maken, de ander wil graag een spelletje met de kleinkinderen spelen. 

Het gesprek daarover aangaan, vragen wat iemand nodig heeft, is belangrijk. Soms is dat vooral zingeving, voor de ander richt zich dat meer op leefstijl. Dat geeft meteen de ruimte aan die er binnen Positieve Gezondheid is.” 

Hoe breng je de theorie van Positieve Gezondheid nu in de dagelijkse praktijk van een zorg- of welzijnsinstelling? Van Hogen: “Vooral niet door op te leggen dat we vanaf vandaag als organisatie gaan werken vanuit Positieve Gezondheid en dat we allemaal verplicht het spinnenweb in gaan vullen (zie kader). Dat werkt niet. Bij het MST zijn we begonnen op de afdelingen die hier enthousiast over zijn. Dan kun je eerst kijken wat werkt en wat niet, om van daaruit de olievlek te verspreiden. Dat vraagt van de organisatie dus ruimte om te pionieren, om te kijken hoe je iets op een andere manier kunt doen dat binnen je organisatie gebruikelijk is.” 

En Brouwer tot slot: “Positieve Gezondheid gaat niet alleen op voor cliënten, maar ook voor de eigen medewerkers. Daar ligt een taak voor HR, die dus minder moet kijken naar taken, maar meer naar ‘wat zou je willen?’. Het doel is ook dan vitalere medewerkers voor duurzamere inzetbaarheid.” 


De 6 dimensies van Positieve Gezondheid 

Wie het gesprek met iemand wil starten kan bij Positieve Gezondheid gebruik maken van ‘het Spinnenweb’. Dit spinnenweb is een grafische weergave van een vragenlijst die 6 dimensies (aandachtsgebieden en gespreksonderwerpen) omvat: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. Zorgverleners en patiënten kunnen met die uitkomsten een heel ander gesprek voeren. Wat is voor jou echt belangrijk? Wat zou jij willen veranderen? Samen bedenken ze vervolgens wie (of wat) kan helpen om de situatie te verbeteren.  

Het invullen van dit Spinnenweb is een goede start om nader kennis te maken met de essentie van Positieve Gezondheid. Meer informatie hierover is te vinden op de website van het Institute for Positive Health.