worden om extra werkbegeleiders op te leiden, of om met ontslag bedreigde medewerkers om te scholen, zodat zij in het primaire proces kunnen worden ingezet.

Verantwoordingsplicht 

Het beschikbare bedrag voor het eerste tijdvak is verdeeld over de aanvragende werkgevers in de vorm van een 'budget-
reservering'. Zij hebben een overeenkomst ontvangen waarin is vastgelegd welk subsidiebedrag voor de uitvoering van hun plan is gereserveerd. Na ondertekening van die overeenkomst hebben zij een inlogcode ontvangen waarmee zij toegang kregen tot een digitaal portal waarin alle documenten die nodig zijn in het kader van de verantwoording kunnen worden geüpload. Een Shared Service Centrum – dat werkt in opdracht van de regionale werkgeversorganisaties – controleert alle ingevoerde dossiers en bepaalt of aan de vereisten wordt voldaan. Het portal voor de verantwoording van de activiteiten in het eerste tijdvak is op 11 juni opengesteld. Nederpelt: “Ook hier geldt: ‘leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker’. Er is geleerd van de erva-
ringen met de regionale sectorplannen en bezien waar het simpeler en eenvoudiger kan. Het ministerie van VWS denkt daarin ook constructief mee. Hoe kan op zo eenvoudig mogelijke wijze worden voldaan aan de verantwoordingsplicht, zodat deze de toets

der kritiek van Europa (staatssteun) en toezichthouders kan weerstaan?” 

Verbinding met RAAT 

In het tweede tijdvak is nadrukkelijk een verbinding gelegd met de Regionale Actie-
plannen Aanpak Tekorten (RAAT) in de verschillende regio's. Van werkgevers die een aanvraag indienen wordt verwacht dat zij actief betrokken zijn bij RAAT in de regio('s) waarop hun aanvraag betrekking heeft. Het SectorplanPlus wordt daarmee steeds meer een instrument om uitvoering te geven aan de doelstellingen uit de regionale actieplannen. De verwachting is dat bij de inschrijving voor het derde tijdvak (eind dit jaar), wanneer opnieuw 80 miljoen euro beschikbaar komt, extra voorwaarden gesteld worden die gekoppeld zijn aan RAAT. Nederpelt: “De vraag is daarbij niet zozeer: ‘Hoe maak ik als werkgever gebruik van de subsidiemogelijk-
heden?’, maar ‘Aan welke functiegroepen is in deze regio een tekort en hoe kunnen we daarin voorzien?’. 

Strategische personeelsplanning wordt steeds belangrijker. Dat geldt ook voor de gezamenlijke werkgevers, die op regionaal niveau moeten samenwerken om zicht te krijgen op benodigde instroom, verwachte door- en uitstroom en de mogelijkheden om deze (gezamenlijk) te beïnvloeden.” 

Aandacht voor administratie

De administratieve verplichtingen bij het SectorplanPlus zijn eenvoudiger dan bij de regionale sectorplannen, maar niet afwezig. Het vraagt wel iets van deelnemende werkgevers. Aan de voorkant goed regelen, betekent aan de achterkant minder werk. Inschakeling van een subsidie-adviesbureau is niet nodig. Werk-
gevers kunnen kosteloos een beroep doen op de regionale helpdesk van de werkgeversorganisatie. Het is wel verstandig om vooraf goed te kijken wat vastgelegd moet worden en iemand aan te wijzen die dit ook in de gaten houdt. Juist wanneer zaken achteraf moeten worden verzameld, blijkt het moeilijk te worden. Ook wanneer de verantwoordelijkheid hiervoor niet duidelijk belegd is, of iemand ‘het er even bij moet doen’, wordt het lastig.

Meer informatie over SectorplanPlus?
Neem contact op met Martine Duenk, projectleider sectorplannen of met projectmedewerker Caroline Molendijk: 088 255 6650 / sectorplanplus@wgvzorgenwelzijn.nl.